Ik weet nog hoe ik als kleine jongen werkelijk gefascineerd was door Superman. Niet alleen was hij een vreemde van een uitgestorven planeet waardoor hij anders was dan de anderen, hij kon ook dingen die gewone mensen niet konden. Een van die bijzondere krachten was supergehoor. Superman kon letterlijk horen wat mijlenver bij hem vandaan aan de gang was. Hij hoorde alles. Net als ik.
Ik zeg soms dat ik graag eventjes doof zou zijn. Een paar dagen eens echt niets horen. Volledige auditieve rust. Geluiden komen immers ongefilterd mijn systeem binnen. Ik hoor alles, even luid, omdat ik niet kan afstemmen op een enkele geluidsbron terwijl de andere geluiden in de achtergrond verdwijnen. Ik moet me voortdurend concentreren als ik iets volg of iemand tegen me praat. Bovendien ben ik ook snel afgeleid door externe geluiden. Dat op zich is al vermoeiend, als je dan nog eens rekening houdt met het aantal geluidsbronnen in pakweg een winkelstraat, kantoorgebouw of café dan wordt het al helemaal een quasi-onmogelijke opgave.
Ik ervaar geluiden ook, als een soort extra optie die ze op mijn zintuigen gemonteerd hebben. De plugin waardoor ik geluiden niet enkel hoor maar ze ook fysiek waarneem, zonder dat dat echt voelen genoemd kan worden. Ik neem een geluid lichamelijk waar en aan de hand van hoe ik dat geluid waarneem kan ik de bron lokaliseren, terwijl anderen natuurlijk gewoon enkel horen waar een geluid vandaag komt.
Op zich zou dit niet echt als iets negatiefs kunnen worden gezien, ware het niet dat niet alle geluiden aangenaam kunnen genoemd worden. Sommige frequenties, een te hoog volume en sommige ritmes kunnen overweldigend en soms zelfs pijnlijk overkomen. De constante en vaak chaotische lichamelijke prikkels door geluid zijn ook heel vermoeiend om mee om te gaan. Maar je kan ze ook in je voordeel gebruiken.
Omdat geluiden ook lichamelijk waar te nemen zijn worden die gewaarwordingen mee opgeslagen in mijn geheugen. Zo kan ik bijvoorbeeld met de begingenerieken van tekenfilms uit mijn jeugd dat zalige zorgeloze gevoel van die vrije woensdagnamiddagen oproepen, of de soundtrack van het filmpje van onze huwelijksreis gebruiken om, lang leve die andere superkracht -het beelddenken-, dat filmpje en de bijhorende gevoelens weer af te spelen. En kwaliteitsvolle Kerstmuziek, tsja, daar word ik altijd vrolijk van.
Ook om mijn stemmingen om te buigen is die auditieve gevoeligheid soms handig. Net zoals je in een winkelstraat onbewust meestapt met de beat van de achtergrondmuziek, zo werken mijn gedachten op het tempo en de intonatie van de muziek die ik hoor (bij voorkeur met een koptelefoon om de omgevingsgeluiden zoveel mogelijk te dempen). Dus kan ik het tempo opdrijven als ik een deadline moet halen of net vertragen op het einde van een stresserende dag. Het zijn hulpmiddelen die het draaglijk maken zo prikkelgevoelig te zijn. Het werkt in beide richtingen, al haalt het hinderlijke het meestal van wat nuttig is. Soms vraag ik me af hoe Superman hiermee om zou gaan.