Net nu ik me beter voel wordt het zomer…

Sinds ruim drie jaar woon ik terug in de stad. Aan de kust dan nog. Voordien had ik tien jaar in een buitenwijk gewoond maar daarvoor woonde ik in dezelfde wijk van dezelfde stad als nu. Eerst op mijn zolderkamer, bij mijn ouders thuis, later op appartementen. Dit is mijn stad, mijn wijk, mijn vertrouwde omgeving. Of niet?

De eerste maanden na onze verhuis waren een levende hel. Alles was anders, ook in mijn eigen thuis. Mijn vertrouwde omgeving was er niet meer en de nieuwe thuisomgeving voelde nog vreemd en vijandig aan. Gelukkig kende ik de buurt, dacht ik. Uiteraard was er in tien jaar veel veranderd, maar veel was ook hetzelfde gebleven. De huizen, vele winkels en de mensen van toen… Waar ik niet bij stilgestaan had was dat met de toenemende bevolking ook de drukte toegenomen was en dat ik niet meegëevolueerd was. Ik was teruggekeerd naar een stad die niet meer bestond en nu drukker en assertiever bleek dan ooit was. Het verkeer, de buren langs de zij-, voor- en achterkant, meer en langere bussen,… Vroeger, in mijn veilige niemandsstraat in een saaie buitenwijk was er weliswaar een verkapte snelweg op vijftig meter afstand, maar de geluidsschermen deden prima werk en veel last had ik niet van het voortdurende gedender en gebrom. En ook daarvoor, realiseer ik me nu, had ik minder last van mijn omgeving, en de prikkels die ze voortbrengt, omdat ik ofwel op de hoogste verdieping woonde ofwel ’s nachts leefde. Ik had de prikkels in mijn nieuwe woning, maar ook op straat, waar er tegenwoordig altijd wel iemand voor je staat in winkels waar dat 25 jaar lang niet zo was, dan ook danig onderschat.

Nu worstel ik met het begin van de zomer. Wanneer het gezin hiernaast, acht kinderen sterk, elke dag thuis is en wanneer mogelijk buiten speelt, zowel op straat of aan de achterzijde van het huis. Als ook de achterburen van de straat aan de andere kant van het blok, die parallel loopt met die van mij, hun ramen openzetten en hun kinderen de vrije loop laten. Als de stad er alles aan doet om de vele toeristen ter wille te zijn met rand- en andere animatie. Als de drukte op haar hoogst is. Ik worstel ermee omdat ik, ondanks het feit dat ik hou van de gezellige toeristische drukte van de kust, niet denk dat ik hier klaar voor ben. Of beter gezegd, ik weet het niet en ik ben bang voor de gevolgen als ik het niet zou zijn. Wat dan? Moet ik tegen augustus terug naar het ziekenhuis, zal ik mijn huis weer moeten ontvluchten om ergens rustiger oorden op te zoeken tot het uur waarop burenhinder strafbaar wordt? Want niet enkel de stad kan overprikkelend zijn, thuis zijn, vooral in een huis met woonkamer die aan de ene kant via een groot raam uitgeeft op de straat en op het achterplaatsje via een bijna even groot raam aan de andere kant, kan behoorlijk overweldigend zijn.

Dat ik hiermee worstel heeft alles te maken met de nieuwe start die deze fase van mijn leven met zich mee brengt. Ik moet wennen aan huishoudelijke verplichtingen, en alle taken proberen onder te verdelen in de juiste deeltaken om het overzicht te behouden, maar ook aan het feit dat we het plots met heel wat minder moeten doen en ik minder verdien dan ik afbetaal voor mijn huis. Midden in deze periode van gewenningsstress breekt de zomer aan! Net nu ik eindelijk het gevoel heb dat ik mezelf weer onder controle heb en stilaan weer buiten durf te komen staat daar plots het vermaledijde toeristenseizoen voor de deur, inclusief twee maanden schoolvakantie voor de plaatselijke bevolking. Op zeven juli gaan we er zelf een dag of vijf tussenuit. Laat ik beginnen met aftellen naar die dag, daarna zien we wel weer. Nog iets meer dan twee maanden tot 1 september.

FacebookFacebook

Schrijf je in op onze e-maillijst!

Ontvang nieuwe blogposts in je e-mail!

Lijsten*

Loading

Op deze manier komt onze e-mail niet tussen uw spam terecht!

Recente berichten