Een dagje naar het ziekenhuis? Een hele ervaring!

Wachten op de ambulance, 12 juli 2022

Hoe graag ik het ook zou willen, het is voor mij onmogelijk om met eigen vervoer naar Lissabon te rijden voor mijn consultaties, onderzoeken en behandelingen. Eerder was het door de pijn in mijn bekken, daarna in mijn nek en nu is er nog steeds het risico op duizeligheid en zelfs het verliezen van mijn bewustzijn. Bovendien is mijn geliefde, na al die jaren rondtuffen op het platteland, niet al te enthousiast om in de spits de ring rond Lissabon te trotseren, laat staan in de donkere maanden met nachtblindheid op een onverlichte snelweg te rijden. Tel daar nog eens de prijs van de tol en de brandstof bij en je snapt wel dat elke maand ettelijke keren 180 kilometer afleggen voor wat ziekenhuisbezoeken niet echt een haalbare kaart is. (Hoewel het mijn ultieme maar niet te realiseren droom is ooit weer met mijn Vespa te kunnen rijden en via landwegen op consultatie te gaan).

Daarom ben ik aangewezen op het ambulancevervoer van een van de vele (vrijwillige) brandweerkorpsen of humanitaire verenigingen in de ruime omgeving. En die ruime omgeving omvat toch al gauw een cirkel van een honderdtal kilometer! Gelukkig is dit vervoer kosteloos want ik heb het laatste jaar toch al een paar duizend ambulancekilometers achter de rug en ook al vele honderden euro’s mogen uitgeven aan medicatie en hulpmiddelen. Dat dit systeem de Portugese sociale zekerheid handenvol geld moet kosten en veel efficiënter georganiseerd zou kunnen worden als men een verpleegster of dokter op huisbezoek zou sturen laat ik hier even achterwege, de Portugezen beslissen wat mij betreft zelf hoe ze hun gezondheidszorg organiseren. Zo lang het systeem werkt hoor je mij niet (al te veel) klagen.

Het vervoer wordt geregeld door de aanvragende ziekenhuisdienst, in mijn geval meestal de oncologische pneumologie (of pneumologische oncologie, het is soms nogal verwarrend) die meteen aangeeft of het liggend vervoer betreft, dan wel met een rolstoel of gewoon zittend, en of ik een begeleider nodig heb. Ook het type afspraak wordt doorgegeven want een chemotherapie duurt toch heel wat langer dan een simpele consultatie of bloedafname.

En van hoe ver de brandweerlieden (bombeiros) ook moeten komen, meestal staan ze omstreeks zes uur al aan de deur, klaar voor de dienst. Terwijl ik eerst op een draagberrie vervoerd moest worden, en dus meestal een aangepaste ambulance voor niet-dringend ziekenvervoer helemaal voor mezelf had, begeleid door mijn twee persoonlijke bombeiros, is dit sinds ik per rolstoel vervoerd word aangepast naar een soort van belbus met acht plaatsen en dus ook zeven of acht, naargelang ik in de rolstoel blijf zitten of op een ander zitje plaatsneem, andere patiënten en slechts één bombeiro-chauffeur.

Er is een hemelsbreed verschil tussen de eerste categorie, het liggend vervoer, en de tweede, zeker wat betreft tijd dat ik daadwerkelijk onderweg ben of was. Als je de enige bent in de ambulance, en bovendien ter plaatse nog door beide bombeiros begeleid moet worden om je draagberrie op de afgesproken afdeling te krijgen, dan lig je tien minuten nadat je het ziekenhuis verlaten hebt alweer in de ambulance op weg naar huis. Zo is het reeds gebeurd dat ik voor een simpele covidtest al na een uur en drie kwartier weer thuis was. Wat een service van de vrijwillige brandweer van Ortigosa (die van de extra tijd gebruik maakte om achteraf uitgebreid te gaan brunchen in Lourinhã, als ik hun gesprek onderweg mag geloven)!

Als de therapie al eens wat langer duurt, zoals de vier uur durende chemobehandeling die ik de eerste maanden kreeg, dan kan het gebeuren dat je rond de middag een telefoontje krijgt om te vragen of je kan bellen tien minuten voor het einde van de behandeling, omdat de bombeiros om de hoek iets zitten te eten.

Het zittende vervoer is een ander verhaal. Meestal wordt dat uitgevoerd door de vaste bombeiros van het vrijwillige korps van Lourinhã, mijn woonplaats. Vaak word ik als eerste opgepikt, omdat dat handiger is met de rolstoel en omdat Nadrupe aan de verkeerde rand van Lourinhã ligt. Daarna worden de andere patiënten een voor een opgepikt in het gehucht waar ze wonen, waarbij niet de hoofdwegen maar vaak de korte sluipwegen tussen de dorpen, meestal op dat uur aan een rotvaart, worden gebruikt. Mocht ik nog met de Vespa kunnen rijden, ik zou al over vele, mij tot voor kort onbekende maar mooie weggetjes gereden hebben!

Soms wordt er al eens een heimelijke plasstop, al dan niet in open lucht, geregeld voor patiënten in hoge nood door bijvoorbeeld prostaatkanker, of worden mensen opgepikt aan een van de vele cafeetjes die op dat uur al klandizie ontvangen, omdat men dan tenminste voor het ziekenhuisbezoek nog snel een broodje of een tas soep kan eten.

Daarna wordt koers gezet naar de A8-snelweg, een tolweg die ons tot in Lissabon voert. Naar gelang welke patiënten mee zijn worden het ziekenhuis Pulido Valente, Santa Maria en Instituto Português de Oncologia de Lisboa Francisco Gentil (IPO) aangedaan, meestal in volgorde van het uur waarop de afspraken plaats vinden. Tijdens de rit naar Lissabon reizen de meeste patiënten in stilte, ook zij die elkaar al (langer) kennen. Maar stilte, daar doet de bombeiro niet aan mee! De radio staat behoorlijk luid, zeker als je de pech hebt dat je in een van de twee nieuwste ambulances vervoerd wordt, waarin de luidsprekers over het hele voertuig verspreid zitten. Sommige bombeiros koppelen hun mobiele telefoon bovendien aan het interne bluetoothsysteem waardoor we bij een (’s morgens eerder zeldzame) oproep met zijn allen lekker kunnen meevolgen. Ik zorg dus meestal dat ik oordopjes bij me heb voor onderweg.

Eenmaal in Lissabon aangekomen kan het zijn dat er patiënten zijn voor de drie ziekenhuizen, die allen op hetzelfde uur een afspraak hebben. Dan is Pulido Valente, waar ik de meeste van mijn afspraken heb, de eerste op de route waardoor het kan gebeuren dat ik voor een afspraak van 9 uur al om 7 uur aan de deur word afgeleverd. Gelukkig gaan op de meeste afdelingen om 8 uur de deuren open en heb ik al altijd het geluk gehad dat het niet regende!

Daarna volgt het systeem van het nummertje trekken. Je moet weten dat de Portugezen verslingerd zijn aan het nummertje trekken! Zoals dat in België nodig is aan de slagerij van sommige supermarkten, vind je dat hier overal, van de apotheek tot de diverse toonbanken in de supermarkt. Zo kan het zijn dat je in één supermarkt tot vier keer een nummertje moet trekken om je boodschappen te kunnen doen. Maar we dwalen af…

In sommige afdelingen, zoals het centrum voor bloedafname in Pulido Valente, kan je nog geen nummertje trekken als de deuren naar de wachtzaal opengaan. Dan is het een kwestie van te vragen wie het laatste aankwam zodat jij, als de rij voor de nummertjes geopend wordt, de juiste positie tussen de wachtenden kan innemen. Daarna volgt dus het selecteren van de juiste keuze, voor het juiste type ticket (consultatie, behandeling, urgent,…). Meestal wordt die selectie gemaakt door iemand van de bewakingsdienst, een vrijwilliger of iemand van de verpleging, nadat de brief met daarop welke afspraak je hebt, waarvoor en bij wie, gecontroleerd wordt. Het is niet altijd even efficiënt maar zo worden ook mensen die niet goed weten welke keuze te maken geholpen aan het juiste type nummertje.

Dan is het wachten tot je nummer verschijnt op een van de vele beeldschermen, en meestal ook wordt afgeroepen, en je je naar het secretariaat kan begeven waar geregistreerd wordt dat je aanwezig bent. Daarna mag je weer gaan zitten en dien je af te wachten tot je nummer opnieuw op hetzelfde of een ander scherm verschijnt en je je naar het gepaste kabinet of de juiste behandelzaal kan begeven. Als je nummer verschijnt is dat echter niet altijd op het tijdstip dat je een afspraak hebt, zo is het niet ongewoon dat je voor de chemotherapie enige uren moet wachten voor het jouw beurt is om behandeld te worden. Daar zal vast wel een reden voor zijn maar die is niet altijd duidelijk en wordt nooit meegedeeld aan de patiënt. Dat je vroeger binnen kan valt in mijn geval enkel voor bij de stomatoloog, maar dit terzijde.

Eenmaal het je consultatie of behandeling begint is het niet ongewoon dat je ontvangen wordt door een verpleegkundige, die naar mijn ervaring meer medische handelingen mag stellen en meer verantwoordelijkheid krijgt dan in het Belgische systeem, die je consultatie afhandelt en alles invoert in je medisch dossier waarna enkele ogenblikken later de dokter binnenkomt, je een geneesmiddelenrecept en misschien nog wat advies geeft en weer verdwijnt. Of gewoon niet komt en je geneesmiddelenvoorschrift naar je e-mail of mobiele telefoon stuurt.

Wat mij wel opgevallen is, en wat ik zeer bijzonder vind, is dat alle medische personeel hier “het wrijfje” onder de knie heeft. Dat moet hen worden aangeleerd in de opleiding, dat kan niet anders. Van bombeiros over verzorgenden en verpleegkundigen tot artsen-specialisten, allen gebruiken ze dezelfde techniek, op exact dezelfde plaats en manier. Het wrijfje is een beweging met de drie middelste vingers op je bovenarm tussen de schouder en de biceps, heel oppervlakkig maar toch hard genoeg, dat heel geruststellend en rustgevend werkt, zelfs bij een autist als ik. Het zal wel iets met Oosterse energiebanen te maken hebben maar het werkt echt! En het rare is, hoe groter het ongemak, als ze bijvoorbeeld verschillende keren moeten prikken om een ader te vinden, hoe meer mensen rond je komen staan om aan je bovenarm te wrijven, en met succes. Sibby geloofde me niet tot ze het de bombeiro zag doen toen die me thuis afzette en een spoedig herstel wenste na een wat zwaardere chemosessie.

Eenmaal de afspraak achter de rug is word je meestal verwacht de bombeiro te bellen om te zeggen dat je klaar bent om opgepikt te worden, al dan niet in de wachtzaal of op de parking, of het kan zijn dat je vooraf al een bepaald uur afsprak, de nodige vertraging in acht nemend, om opgepikt te worden. Meestal doe ik het eerste omdat je immers nooit weet hoe lang je afspraak effectief zal duren.

En dan begint het vaak lange wachten. Je moet weten dat de reguliere ambulances, in tegenstelling tot die voor het liggende vervoer, voortdurend heen en weer rijden. Ze brengen de patiënten van Lourinhã naar Lissabon, pikken de patiënten op die al terug weg kunnen en rijden terug naar Lourinhã, alweer naar de vele dorpen die onze gemeente rijk is, om de mensen thuis af te zetten, waarna ze weer net hetzelfde doen om mensen op te pikken die een latere afspraak hebben in een van de ziekenhuizen in de hoofdstad. Als je dan de pech hebt dat de ambulance net vertrokken is uit Lissabon en, er zijn er twee, de andere nog maar pas vertrokken is in Lourinhã en iedereen nog naar het juiste ziekenhuis moet vervoeren, dan kan het zijn dat je wel even (lees: een paar uur) moet wachten. De bombeiros kunnen ook niet zeggen hoe laat ze bij jou gaan zijn want zij zijn afhankelijk van het verkeer en de snelheid waarmee de patiënten in en uit de ambulance stappen.

Bovendien kan het gebeuren dat de laatste patiënt die nodig is om de ambulance te vullen een afspraak heeft die enkele uren uitloopt. Dan staan we vaak met zijn allen heel die tijd op een ziekenhuisparking te wachten tot we voltallig zijn. Gelukkig heeft zo’n ambulance grote deuren die opengezet kunnen worden want als de motor niet draait is er ook geen airco, en daar heb je wel behoefte aan in de loden zon van de Portugese zomer.

Goed, de ambulance is er en je kan instappen! Dan blijkt plots dat je nog maar de tweede patiënt bent en de bombeiro nog naar de twee andere ziekenhuizen moet om vijf andere mensen op te pikken. De onderlinge afstanden zijn wel niet zo groot maar het is en blijft rijden in de hoofdstad van Portugal, soms tijdens het spitsuur. Ook dat kan dus nog een geruime tijd duren en eer je met de ambulance op de snelweg naar Lourinhã zit ligt je ziekenhuisafspraak vaak al een uur of twee, drie achter je.

Gelukkig is de sfeer in de ambulance naar huis meestal goed. De meeste mensen zijn blij of opgelucht dat hun ziekenhuisbezoek achter de rug is en als het mensen zijn die elkaar kennen, omdat ze elke dag op hetzelfde uur dezelfde ambulance delen of, wat minder het geval is, in hetzelfde dorp wonen, dan is de sfeer heel gemoedelijk en wordt er lustig bijgepraat en zelfs al eens een koekje of wat nootjes gedeeld. Dat alles, en het voortdurende coördineren tussen de ambulances via de telefoon van de bombeiro maakt de terugrit wel heel wat luidruchtiger dan de heenrit. Als je dan, zoals ik, al helemaal overprikkeld bent van het hele ziekenhuisbezoek (Wachtzalen! Aanrakingen! Sociaal zijn! Inefficiëntie! …) dan is net dat aspect er te veel aan. Bovendien wacht mij in Lourinhã nog een, vaak lange wegens trager dan ’s morgens, rit van dorp tot dorp terwijl ik, om dezelfde reden als die waarom ik meestal de eerste ben om opgepikt te worden, het laatste adres op de route ben. Dan helpen ook de oordoppen niet meer en gaat het beetje energie dat mij nog rest pijlsnel de dieperik in, tot over mijn reserve.

Als ik dan eindelijk, na een uur of acht, negen, weer thuis ben dan ben ik compleet op! Ik plof mij op de sofa, drink een groot glas cola en heb even geen prikkels nodig. De katten en de hond komen vaak wel knuffelen maar Sibby weet dat ze mij beter een uurtje compleet met rust laat. Een complete werkdag onderweg zijn voor een consultatie van twintig minuten, het komt zo veel vaker voor dan je denkt! Mijn record staat trouwens op een trip van 11:45 uur. Dat was afgelopen woensdag voor een bloedafname en een consultatie.

FacebookFacebook

Schrijf je in op onze e-maillijst!

Ontvang nieuwe blogposts in je e-mail!

Lijsten*

Loading

Op deze manier komt onze e-mail niet tussen uw spam terecht!

Recente berichten