Een vorig leven.

Opgelet, dit is een oude tekst!

37 jaar en in godsnaam niet meer weten waarom ik hier nog rondloop. Wat de bedoeling was/is. Angst voor de toekomst. Angst voor alles… mijn GSM aan te leggen, werk, de rolluiken naar boven te doen, mijn huidige relatie….

Bittere en boze gedachten.  Ze zeggen dat schrijven helpt. Mijn laatste poging.

Hoe is het zover kunnen komen?

Momenteel zit ik thuis. Ziekteverlof. De reden waarom ik dan uiteindelijk toch naar de dokter stapte was het overheersende gevoel dat ik niets meer aankon, niet meer kon omgaan met emoties en de angstaanvallen (tijdens het werk). Voor de eerste keer in mijn leven voelde ik de behoefte om ’s middags een glas wijn te drinken. Ik verdoe meer tijd met mezelf te kalmeren, mijn hartslag en het beven onder controle te krijgen dan met andere dingen zoals werk en relatie. Ik word moe wakker en heb de moed niet meer om ook maar iets uit te voeren. Kortom ik voel me ellendig, opgejaagd en ongelukkig. Ik heb mezelf niet meer onder controle.

Ik kan nochtans niet klagen over mijn kindertijd.  Gescheiden ouders, een moeder met problemen, geen geld, een alcoholische (lieve) vader die stierf toen ik 17 was  en toch ondervond ik hier geen last van. Ik hield van het leven, mijn school en had een paar goede jeugdvrienden. Niet dat ik ze lang kon houden gezien we steeds maar verhuisden…

Al bij al een leuke jeugd.

De problemen begonnen voor mij rond mijn 26ste. Ik had een job, een leuk huurhuis (een boerderij), een gigantisch project (een woonboot) en een pracht van een vent… Peter.

Peter was een ongelofelijk intelligent persoon, een harde werker, een enorm handige vent met een sterk karakter en een heel groot gevoel voor humor. Mijn droomman. Hij gaf me het gevoel dat ik werkelijk alles aankon en aandurfde want zelfs al faalde ik wist ik dat hij me zou opvangen. Mijn vangnet. Niet dat het allemaal gemakkelijk was. Peter legde de lat heel hoog voor zichzelf en voor diegenen naast hem.  Omdat hij enorme fysieke beperkingen had door een motorongeval op zijn negentiende was het dan ook mijn “taak” om bepaalde dingen te doen. Hij heeft dit nooit verlangd van me maar door de jaren heen doe je die gewoon. Voorbeeld: Peter kon zijn benen niet buigen en kon op één dag maar een bepaald aantal kilometers wandelen (rennen kon hij niet) als hij ’s avonds geen pijnstillers wilde slikken. Dan begin je natuurlijk veel kleine dingen te doen om hem dit te besparen want je zou verbaasd zijn indien je wist hoeveel kilometers je eigenlijk wel doet op een dag. Balpen rolt onder tafel? Die neem ik wel vlug. Iets nodig van de keuken? Ik ga wel vlug. Met plezier want ik kon hem ook alles vragen. Je staat er gewoonweg niet bij stil. De eerste keer wij dit wel deden was toen iemand van de familie al lachend commentaar gaf….

Wat deed het ertoe? Niets! Wij waren altijd samen, waren perfect op elkaar afgestemd en deden beiden ons best om zo weinig mogelijk andere mensen te zien, zelfs geen familie.  We hadden niemand anders nodig. We waren beiden enorm impulsief waardoor  we van het ene idee op het andere kwamen. Mijn leven was explosief, avontuurlijk en prachtig!

Najaar. Ik dacht 1996.

Peter heeft een hartaanval gehad (42 jaar). Toen ik thuis kwam en Peter nog niet thuis was, ging ik naar de boot. We waren al een paar maanden bezig met de restauratie van een woonboot, een “Humberkeel”. Een prachtig ding van 21 meter lang en 5,5 meter breed bestaande enkel uit een romp en een niet al te goed werkende motor. Het plan was om zo zelfstandig mogelijk en zo ver mogelijk van alles en iedereen te gaan wonen. Terwijl ik de kost verdiende werkte Peter zo veel mogelijk aan de boot die we “Vaya con dios, Pelican” noemden. De “Pelican” hebben we er later terug achter gezet toen we vernamen dat het ongeluk bracht om de oorspronkelijke naam van een boot te veranderen.

Het was al donker, alles stond open en ik zag nergens licht. Mijn eerste reactie was: een ongeval!  (Nooit zware machines gebruiken terwijl je alleen bent. Veiligheid eerst!) Ik ging naar de boot die iets verderop lag en vroeg hen wat er gebeurd was. Ze vertelden me dat er een ambulance geweest was, dat ik gerust de VHF kon gebruiken om de plaatselijke ziekenhuizen op te bellen maar dat ze verder niets wisten. Zij waren niet aanwezig geweest die dag.

Normaal gezien was er eigenlijk nooit iemand aanwezig aan de pier. Later kwam ik te weten dat Peter na zijn hartaanval toch uit de boot heeft kunnen klauteren en zich op zijn buik naar de wagen gesleept heeft. Daar is hij op de hoorn gaan liggen. Iemand heeft dit gehoord, is komen kijken en heeft de ambulance opgebeld. Ik heb er lang spijt van gehad  dat ik die man (wie het ook was) niet heb kunnen bedanken.

Paniek.

Op dat bewuste moment stond ik te trillen op mijn benen en kon niet helder meer denken. Ik weet nog dat ik de bewoners van de boot vroeg wat “cardiologie” was.

Het waren 3 lange angstige dagen eer Peter eindelijk stabiel was.

Peter had schrik van ziekenhuizen en naalden. Hij was reeds zeven maal geopereerd aan de benen.

Het deed me ongelofelijk veel pijn om hem daar zo te zien liggen.

Het ergste is de angst te zien op het gezicht van iemand waarvan je zielsveel van houdt en er niets aan te kunnen doen. Dit kan ik niet genoeg benadrukken.

Die angst, een beeld dat heel regelmatig terug komt.

Maar dan doe je wat je moet doen, je spreekt Peter moed in, zorgt voor Jonathan en gaat verder werken zodat er een inkomen is.

Die periode heb ik van niemand hulp gekregen.  Niet verwonderlijk  gezien we na die jaren al dusdanig geïsoleerd waren van alles en iedereen.

Ondertussen was Peter zijn zoon op 13 jarige leeftijd, na een lange vechtscheiding, bij ons ingetrokken. Waaraan ik Lupus heb overgehouden. Lupus is een systeemziekte die reeds in het lichaam zit maar door, onder andere, langdurige stress aan de oppervlakte komt. Ik ga hier niet verder ingaan over hoe moeilijk het voor hem, Jonathan, geweest moet zijn. Ik herinner me enkel de extra belasting op mezelf.

Ik wenste hem “happy 5” (5 jaar samen) iets voor hij zijn openhartoperatie ging ondergaan.

Na vijf weken hospitaal mocht Peter naar huis komen. Ik begon me ongelofelijk bewust te worden van iedere ademstoot. Eerst in zijn slaap en later gewoon constant. Ook begon ik zijn hartslag te zien in de aders op zijn handen, zijn enkels, zijn hals. Het is niet iets die je bewust doet. Ik denk dat het zoiets is als een ervaren schilder die de imperfecties ziet van het schilderwerk iedere keer hij  een gebouw binnen komt.  Ik zag de kleurverandering in zijn gezicht als hij moe werd…. ik zag gewoonweg alles en begon me waarschijnlijk van alles te verbeelden.

De doemgedachten zijn toen begonnen.  Ik heb in de tijd gezegd dat ik terug alleen ging zijn nog voor mijn 35ste en ik had gelijk.

Het was een heel moeilijke periode. Mijn zus heeft me ooit gezegd dat dit het moment was dat ik op de toppen van mijn tenen begon te lopen.

Het leven gaat verder….

Na de boot kwam ons restaurant en na ons restaurant kwam een rustige periode.

Toch had ik het gevoel dat ik steeds weer diegene moest zijn die sterk was, die verzorgde, die maakte dat alles op rolletjes liep. Na Peter zijn hartoperatie was hij veel veranderd. De geduldige man van vroeger was weg. Nu kreeg hij woedeaanvallen zonder duidelijke reden (of toch niet voor mij).

Het besef dat hij niet onsterfelijk was had hem angstig gemaakt. Die eerste twee jaren na zijn operatie heb ik mezelf de meeste avonden in slaap gehuild. Ik kon hem zijn gedrag/ angst niet kwalijk nemen want ik voelde me net zo. De verpleging had me, toen hij het ziekenhuis verliet, gewaarschuwd dat zoiets kon gebeuren. Ik hield van hem en langzaamaan begon hij zijn woede terug onder controle te krijgen.

Nadien spijt het me dat ik hem die laatste acht jaar zoveel ontzegd heb. Ik was diegene die maakte dat hij strikt zijn dieet volgde, zijn pillen nam, op controle ging enz.

Ik herinner me talloze gesprekken dat hij liever een paar jaar minder lang leefde dan alles te moeten opgeven. Hij mocht niet meer roken, niet meer drinken, niet meer eten wat hij wou. Het doet toch wel pijn om aan te horen dat je geliefde liever minder lang leeft dan alles te moeten opgeven. Minder lang samen.

Ik had een enorme schrik van iedere emotie die hij toonde. Raar. Ik was bang dat hij zich teveel opjaagde of teveel  op zich nam.

Ook vroeg ik hem constant hoe hij zich voelde, waaraan hij een hekel aan had.

Het constante gevoel van angst was er toen al.

De reden waarom ik dit allemaal schrijf is me nog niet echt duidelijk. Het enige ik weet is dat het zo niet verder kan.

Schrijf ik om te weten te komen waar al die gevoelens van woede en schrik vandaan komen? Schrijf ik louter om aan te tonen dat ik zoveel voor iemand gedaan heb dat mijn leven toch iets waard geweest is? Wil ik een schouderklop? (Zielig!) Wat? Wil ik erkenning van de pijn die ik nog steeds voel?

Het is zo moeilijk om neer te pennen  hoe een mens zich eigenlijk precies voelt… Ik kan het alleen in woorden en korte zinnetjes.  De laatste jaren voelen aan zoals mijn keel toegeknepen is en ik langzaam stik. Ik kan niets meer aan. Hartkloppingen. Een enorme woede. Eenzaamheid en onbegrip. Intense pijn.

Zoals ik al zei kwam na elf jaar een rustige periode. (Tussenin had Peter nogmaals in het ziekenhuis gelegen voor zijn hart. Ze hadden een bocht in de nieuwe ader gevonden en wisten niet of de druk voor en achter de bypass nog steeds hetzelfde was. Drie weken hospitaal was het resultaat.). We hadden onszelf voorgenomen het een tijdje kalm aan te doen en de volgende twee jaar geen impulsieve beslissingen meer te nemen. Peter had werk gevonden bij Sita en deed enkel maar dagritten (vroeger deed hij internationaal transport maar na zijn hartaanval was dit niet meer mogelijk). In de winter was hij er na een uurtje of zes al van af en ’s zomers deed hij lange dagen. We verhuisden naar een prachtig huis te Beernem en alles verliep perfect. Ik had mezelf een job gevonden in Oostkamp (een fabriek voor de verwerking van varkensdarmen) en de uren die we werkten kwamen zodanig overeen dat we lekker veel samen waren. Peter was bezig met een klein nieuw project, een trike ontwerpen en bouwen. Ik hield me bezig met mijn fantastische huis en de tuin (gezien Peter dit niet meer kon). Zonder elkaar het hoofd op hol te brengen waren we wel heimelijk aan het opzoeken hoe het zou zijn om te leven en wonen in Indië… We dachten eerlijk gezegd dat vanaf nu alles terug normaal zou worden.

Eigenlijk heb ik nog niet verteld hoe ik Peter leerde kennen. Toen ik 21 was en aan alles het lak had omdat ik mijn studies moest opgeven wegens geldgebrek (ik heb altijd zelf mijn studies betaald), vertrok ik met mijn rugzak naar Frankrijk.  Peter werkte daar als werfleider in de bouw. Het was geen liefde op het eerste gezicht maar eerder een “thuiskomen”. Een zalig veilig gevoel.

Januari 2005

Nieuwjaar bij mijn zus. Als ik de foto’s van die dag terug bekijk, komt Peter me “doorschijnend” over.

Hij ziet er zo fragiel uit op die foto’s…en ik zag niets.

De eerste keer ik besefte dat er iets verkeerd was, was toen we met de wagen naar de winkel gingen. Het was zo’n versmalde weg die toeliet te parkeren aan beide zijden met als gevolg dat je van tijd tot tijd moest zwenken om je tegenligger niet aan te rijden.

Peter bleef gewoon rechtdoor rijden. Hij zat als verlamd achter het stuur en maakte geen enkele beweging om uit te zwenken, te vertragen, te stoppen of wat dan ook. Gelukkig kon de andere bestuurder ons ontwijken.  Thuis gekomen  kreeg ik te horen dat hij wist dat er iets niet in orde was met hem en dat hij daardoor reeds tweemaal in korte tijd zijn bloed had laten controleren  onder het voorwendsel dat hij wilde weten hoe zijn cholesterolwaarden lagen. Hij rekende erop dat de bloeduitslagen zouden aantonen indien er iets (anders) niet in orde was.

Peter had een enorm gezwel  onder zijn linker oksel. Ik weet dat ik nu misschien onredelijk ben maar de woede die ik nu nog steeds heb tegenover de huisarts is enorm. De huisarts vertelde ons dat het een overbelasting was van bepaalde spieren met een gezwel tot gevolg. Geen enkele keer heeft hij aangeraden om misschien toch maar even naar het ziekenhuis te gaan om dit gezwel te laten controleren…. De gedeeltelijke verlamming in de arm was gewoon het natuurlijke gevolg van deze overbelasting…..

Peter vertelde me dat hij dacht dat hij de ziekte van Parkinson had. Hij had er niets van gezegd om me niet ongerust te maken….. en niets tegen de arts uit angst?

Vanaf dat moment is alles heel vlug gegaan.

Na een week of zo begonnen de motorische problemen zich uit te breiden naar de rest van zijn lichaam. Hij begon moeite te krijgen met stappen, kon zijn voeten (soms) niet hoog genoeg meer  optillen.

Na een bezoek aan de dokter kregen we te horen dat dit waarschijnlijk te wijten was aan een depressie. Er was inderdaad van alles gebeurt met Peter zijn jongste dochter waar ik nu niet zal op ingaan.

En nog steeds stelden we ons geen vragen over de kunde/onkunde van onze huisarts.

Diezelfde week gingen we om zwemkledij. Beweging is gezond. Beweging is goed tegen depressie…

Ik herinner me levendig het bezoek aan de sportwinkel. Zijn gezicht, zijn uitdrukkingen, zijn moed en zeker zijn angst.  Peter kon op dat moment bijna niet meer stappen zonder hulp. We kochten meteen ook een paar wanten en een muts  want Peter voelde zich zwak en had het vlug koud. Iets langer dan een jaar geleden heb ik voor de laatste maal aan die muts gesnuffeld en ik kon Peter nog ruiken.

De reden waarom ik dit alles redelijk in detail opschrijf is dat die flashbacks nog steeds in mijn hoofd zitten.  Me bijna iedere dag plagen. Ik geraak ze niet kwijt en ze doen nog steeds ongelofelijk veel pijn. Het enige ik geleerd heb is ze terug te dringen, er niet aan te denken en dat is nu waarschijnlijk het grote probleem.

Op 31 oktober heb ik mijn eerste gesprek in het Centrum voor geestelijke gezondheidszorg waarna ik zal toegewezen worden aan de een of de andere psycholoog. Niet dat ik na de dood van Peter niet reeds eerder geweest ben naar een psycholoog  maar ik heb het niet volgehouden. Ik vroeg me op dat moment af wat een 25 jarige mij kon vertellen over pijn. Iemand die in mijn ogen nog nooit een dag pijn had gekend ging mij eens vertellen hoe ik dit zou moeten aanpakken. Bitter, zo voelde ik me toen ook.  Een andere psycholoog vertelde me enkel hoe goed ik het deed door verder te gaan met cursussen volgen, werk te zoeken enzovoort. Ik was mijn werk te Oostkamp verloren door een mengeling van een zwakke markt voor varkensdarmen en mijn langdurige afwezigheid.

Ik vertikte het  35 euro per visite te betalen om te horen hoe goed ik het deed. Blijkbaar deed/doe ik het niet zo goed of is er in ieder geval de laatste twee en een half jaren toch duidelijk iets misgelopen. Daarom schrijf ik. Ik heb beloofd aan Johan (mijn huidige relatie) om het Centrum nog eens te proberen en vol te houden deze keer. Mijn manier heeft blijkbaar niet gewerkt dus probeer ik het op zijn manier. Johan heeft heel veel geduld om te bereiken wat hij wil. Hij gaat er ook van uit dat door het feit dat omdat die artsen een diploma hebben, ze wel kundig moeten zijn. Ik niet dus. Johan bekijkt de dingen op een heel andere manier als de meeste mensen maar dat is voor later…

Iets waar ik net aan denk, en eigenlijk ook een van de redenen was om de begeleiding van het Centrum stop te zetten, was het feit dat ik me niet kon veroorloven rond te lopen met een betraand gezicht. Ik was net een nieuwe job begonnen in de bewakingsbranche en dan, vond ik, kun je dat echt niet maken. Zoals nu… Ik kan niet verder schrijven  met mijn verhaal (die gepaard gaat met de nodige tranen)  omdat ik straks bezoek verwacht. En om boodschappen moet.

Ik weet het eigenlijk niet. Misschien had ik gewoon geen zin meer om me slecht te voelen, me die pijnlijke momenten te herinneren of gewoon te beseffen wat ik allemaal verloren had want ik deed het toch goed? Een specialist had me dat verteld dus waarom alles terug boven halen?

Een van gezegden van Peter was: “Ben je ongelukkig? Hef je gat op en doe er iets aan!”.

Dat deed ik.

Peter zei altijd “ik hou van je, enorm veel”. Je zult me deze exacte woorden nooit meer horen gebruiken.  Zo ben ik me in mijn relatie met Johan héél  bewust van bepaalde gebaren en woorden die ik absoluut wil gescheiden houden. Nu gebruik ik “zielsveel” of “ongelofelijk veel”.

Ik mis mezelf.

Ik mis de kracht, het enthousiasme, de uitstraling en de gevoelens die ik vroeger had.

Zegt men niet dat een mens gevormd wordt door ervaringen? Wil dat zeggen dat ik voor altijd zo zal blijven?

Het was gespeelde goede moed. We wilden beiden niet tonen aan elkaar dat we enorm bang waren. We vertelden elkaar dat wat de dokter zei best waar was en dat alles wel op zijn pootjes zou vallen want dat had het de laatste twee keer ook gedaan.

Een paar dagen later kwam ik thuis van het werk en Peter lag in de zetel. Hij was in die paar dagen zo fel achteruit gegaan dat hij zichzelf niet meer zelfstandig kon verplaatsen.

***douche*** ***plassen***

Dit was eigenlijk het moment waarop je denkt dat je jezelf geen blaasjes meer kan wijsmaken en je dan toch naar het ziekenhuis moet. Met veel moeite heb ik hem in de wagen gekregen en zijn we naar het dichtstbijzijnde hospitaal gereden.

Peter had van die gekke hondensnuit pantoffels…

Zoveel kan ik me van die eerste uren niet meer herinneren. Het enige ik nog weet was dat hij daar moest blijven voor testen. Het was vreselijk om hem daar achter te laten.

De volgende dag (of de dag) erna kwam het vreselijke nieuws: ze hadden een gezwel gevonden in de hersenen maar er moesten nog verdere testen gedaan worden om vast te stellen of het gezwel goed- of kwaadaardig is. 50/50 kans.

Er gingen een paar dagen voorbij waar ze probeerden de druk in de hersenen te verminderen waardoor de verlammingsverschijnselen ook zouden verminderen. Ik weet nog hoe trots Peter was dat hij zijn vingers terug kon bewegen….

En wij, Stephanie en ik (Peter zijn oudste dochter was een paar dagen overgekomen van Engeland) maar zeggen dat alles nu wel in orde zou komen…

Hoe kunnen we in godsnaam onszelf zo voorliegen?

Om het heel kort uit te leggen: Peter was 15 jaar ouder dan mezelf en had een dochter gekregen op 19 jarige leeftijd dus was het leeftijdsverschil tussen zijn dochter en ik maar vijf jaar. Zij heeft de eerste 10 jaar van onze relatie altijd het gevoel gehad dat ik haar papa afgenomen had en deed haar uiterste best me dit duidelijk te maken. Ik hoef dan ook niet te zeggen dat we eigenlijk niet veel hadden aan elkaar maar elkaar door de jaren heen elkaar tolereerden.

Ik had op dat moment problemen met het feit dat ze daar, op zo’n intiem, belangrijk moment, aanwezig was. Ik weet dat dit egoïstisch klinkt maar we waren altijd op onszelf aangewezen en op die momenten had ik een enorme behoefte om met Peter alleen te zijn.  Ze was zijn dochter en ik heb de relatie met alle drie zijn kinderen altijd gerespecteerd tot, in het geval van zijn jongste dochter, het Peter enorm kwetste.

Peter was het type persoon die enkel en alleen om zijn familie gaf. Gek, want iedereen was gek van hem. Hij had een natuurlijke charme en door zijn desinteresse voor anderen voelden anderen zich “veilig” bij hem.  Let wel, de meeste mensen die Peter kenden hadden een enorm respect voor hem.

Uitslag: longkanker met uitzaaiingen naar de hersenen, de klieren onder de oksel (?!?), en nog ergens….op dat moment doet het er niet toe waar precies nog.

De lucht ontsnapt je lichaam, je voelt je zwak op de benen, een ongelofelijke fysieke pijn, je hart breekt, en toch moet je jezelf sterk houden enkel en alleen voor hem, want hij moet het doorstaan, jij niet.

Peter mocht naar huis.

Er waren verdere afspraken om op een later (niet zo veel later) tijdstip de behandeling te bespreken. Een beter, meer geëquipeerd  ziekenhuis.

In de maand die volgde, tussen ziekenhuisbezoeken en verblijf door, hebben we enorm veel gesproken over sterven….afspraken gemaakt.

We  probeerden alles te regelen wat we dachten er te regelen viel. Huurwaarborg, testament, begrafenis, waar zijn as zou uitgestrooid worden  afspraken met de kinderen over wie wat ging krijgen enzovoort.

De uren Peter gewerkt heeft aan een testament die eigenhandig moest worden geschreven. Schrijven ging niet meer….het testament leek op een nieuwjaarsbrief gemaakt door een kind van zes…

Gesproken over hoe ik mijn leven verder moest zetten en niet te lang treuren. “Een half uur” was genoeg. Of ik wel dan niet een ketting met zijn as om mijn hals zou dragen. Peter vond dat een slecht idee want hoe zou ik me voelen indien ik de ketting verloor. Of hij voor me zou zorgen zoals een beschermengel dat deed… Ik herinner me zijn reactie nog heel goed . Als je in de hemel de keuze kreeg om een soort van beschermengel te worden of verder te gaan, een stapje hoger, dan wilde Peter zo graag verder gaan. Nieuwe, leerrijke dingen. Hij beloofde wel af en toe eens te komen kijken naar me. “ Als je aan me denkt dan ben ik er”.

Hij liet me beloven dat nooit iemand zijn kat Min Min zou kwaad doen.

Jammer, we hadden die tijd SAMEN kunnen doorbrengen. Peter wilde echt dat alles perfect in orde was vooraleer hij stierf. We gingen zelfs naar het gemeentehuis om ons in te schrijven als donor Gelukkig heeft hij de misère na zijn overlijden nooit meegemaakt. De ongevoeligheid van mensen en instanties is soms echt niet te begrijpen.

Die periode was zo onwaarschijnlijk, zo onecht. Je bent gewoon blij dat hij terug thuis is en voor de rest wil je er eigenlijk verder niet meer aan denken.

Ik ging om krukken en een rolstoel.

Ik zou waarschijnlijk alle precieze data terug kunnen vinden van de ziekenhuisbezoeken, operaties maar ik heb het lef niet de kartonnen doos te openen die bovenop de kleerkast staat. Daarin steken foto’s, persoonlijke zaken zoals Peter zijn tandenborstel, de eau de cologne die ik gebruikte om zijn rug te verfrissen, meer persoonlijke spullen, de lieve briefjes hij al die jaren op de keukentafel achterliet vooraleer hij ging werken, kaartjes, een boel briefjes met ziekenhuisafspraken en het boekje dat de thuisverpleegkundige bijhield de laatste week van zijn leven.

De eerste afspraak in het AZ Brugge was met de longspecialiste om een verdere behandeling te bespreken. Peter kon in deze periode niet meer stappen en zat in een rolstoel.  Het enige ik nog weet van die afspraak was dat we mochten plaatsnemen in haar bureau, Peter nog maximum drie maanden te leven had zonder chemo, maximum tien maanden met en waar de kassa was waar we mochten betalen. Ongelofelijk. Waren die mensen dan zo afgestompt, zo gevoelloos dat ze dit konden zeggen in één en dezelfde zin? Beseften ze dan niet dat ze iemand voor hen hebben die zal sterven binnen een heel korte periode? Begrepen ze zelf de betekenis van de woorden die zelf net hadden uitgesproken? Beseffen ze niet hoe bang je bent, dat je hart breekt, dat je alles verliest op dat precieze moment? Enorme woede. Nu voel ik die nog even hevig. Mijn handen trillen.

De eerste stap was, binnen een paar dagen, het plaatsen van een pomp met reservoir in de hersenen om de druk op te vangen. Daarna wilde Peter de chemo ondergaan.

Peter heeft altijd 200 jaar willen worden. Hij vond het leven fantastisch en had nooit genoeg tijd om alle dingen te doen die hij al altijd had willen doen en vond het concept om ervaring en herinnering over te plaatsen in een nieuw lichaam formidabel want dat zou betekenen dat hij eeuwig zou kunnen leven…

en het enige ik wil is eeuwig slapen…

In die paar dagen zijn Stephanie en haar kinderen nog eens overgekomen. Ze wilde dat de kinderen hun grootvader tenminste nog eenmaal zagen .

Peter in een rolwagen, in badjas met geschoren hoofd die “Jesus wants me for a sunbeam” aan het zingen is tegen de kinderen. Moedige Peter. Grauw uitziende, fragiele, kleine Peter.

In die periode heb ik ook onze hond een spuitje moeten laten geven. Ik heb te lang gewacht. Peter  lag op dat bepaalde moment nog in het ziekenhuis en haar nog eens wilde zien.  Ik heb haar onnodig laten afzien. Kütja was 15 jaar en ten einde. Ze heeft 14 jaar bij ons doorgebracht en was een deel van de familie. Peter lag te wenen op het bed terwijl ik haar die laatste momenten vasthield. Het voelt aan alsof ik nooit fatsoenlijk afscheid heb kunnen nemen van haar of heb kunnen rouwen. Peter lag te wenen. Je kunt niet troosten en rouwen tegelijkertijd.

Dat is een beeld dat ik ook nooit meer kan vergeten en waar ik niet meer tegen kan.

Ik probeer zo veel mogelijk emoties te vermijden zowel in mijn dagelijkse leven als voorbeeld op televisie. Ik ben er overgevoelig voor geworden.

Ik heb het gevoel dat ik gans mijn leven heb moeten zorgen voor iemand.  Ik heb jaren ingestaan voor ons onderhoud. Dat vond ik normaal want Peter heeft zijn ziektes niet zelf gekozen maar het was moeilijk en lastig. De lichamelijke verzorging die ik hem gegeven heb op het einde was enorm pijnlijk. Nu ik niemand meer heb om voor te zorgen voelt het aan alsof er geen doel meer is. Ik heb mezelf blijkbaar al die jaren weggecijferd voor mijn grote liefde. Alsof ik in een groot gat gevallen ben.

De operatie op zich was een van de meest traumatische ervaringen vertelde hij me achteraf. Tijdens de procedure ben je je perfect bewust van alles die gebeurt, je kunt je enkel niet bewegen. Misschien te maken met het kunnen volgen van de hersenactiviteit, weet ik veel.

Hier kwam weer een episode van de onbeschoftheid en ongevoeligheid van sommigen van het verplegend personeel aan te pas.

Een  (van de twee) verpleegsters die Peter in gereedheid bracht voor deze operatie vond maar dat Peter Nederlands moest leren….

Hij kwam terug thuis, zwak,  met een hoofd vol nietjes.

Twee dagen na de operatie kon hij weer zijn arm niet meer gebruiken. Het had niets geholpen.

Toen heeft hij beslist dat hij niet langer wilde doorgaan met de chemo. Hij had opgegeven. Dit was het einde.

De vijf volgende dagen waren de zwaarste uit mijn hele leven….

Ik ben er nog niet aan toe om deze op te schrijven

03/04/2005. 09u26  Peter is thuis in mijn armen gestorven.

FacebookFacebook

Schrijf je in op onze e-maillijst!

Ontvang nieuwe blogposts in je e-mail!

Lijsten*

Loading

Op deze manier komt onze e-mail niet tussen uw spam terecht!

Recente berichten