Tuberculose: als de kuur bijna erger is dan de kwaal.

Tuberculose: als de kuur bijna erger is dan de kwaal.

Als er één van die ziektes is die je in de eenentwintigste eeuw enkel nog associeert met vochtige kraakpanden en huisjesmelkerij is het tuberculose wel. Wie krijgt in hemelsnaam nog tbc dezer dagen? Niemand toch? Blijkbaar wel!

Toen ik die dag in januari op consultatie ging bij de oncologe bleek uit mijn bloedwaarden dat ik al een tijdje besmet was met de tbc-bacterie. Door mijn extreem lage weerstand was die beginnen woekeren in mijn reeds kwetsbare longen en drong een zware medicatiekuur zich op. Ik moest mij hiervoor aanmelden bij een “Diagnostisch Centrum voor Pneumologie” en het dichtste bij mij in de buurt was dat van Torres Vedras.

“Diagnostisch Centrum” bleek een behoorlijk hoopvolle naam voor enkele tijdelijke containers die ondertussen permanent onderdak boden aan een wachtzaaltje, een ruimte voor een receptioniste (op de gang), een verpleegster en een minuscuul dokterskabinet. Oh ja, en wat sanitair ook. Ik meldde mij aan met een briefje van de oncologe en mijn meest recente bloedresultaten en kwam tien minuten later terug buiten met een plastic zak vol pillen. Negen pillen per dag, waarvan acht te nemen op de nuchtere maag, twee maanden lang, en daarna nog zeven maanden een lichtere variant. Dat het zo lang moest duren had alles te maken met mijn chemotherapie, die de mogelijkheden keuzegewijs drastisch beperkte.

De volgende dag begon ik met de kuur. Samen met mijn normale medicatie was het een stevig ontbijtje van eenentwintig pillen. Op de nuchtere maag bovendien! Gelukkig heb ik een sterke maag en was ik nog nooit ziek van medicatie. Tot op die dag…

Ik wil me op voorhand verontschuldigen voor het woord dat nu volgt maar: miljaar! Wat was me dat? Mijn maag voelde de hele dag als een blok beton en ik moest enkele malen overgeven. Ik was vermoeid als had ik de zwaarste griep die ik ooit gehad heb. En dan moest het ergste nog komen. Werkelijk elke nacht daalde mijn suikerspiegel onder de kritieke waarde van 50 mg/dl waardoor ik rillend wakker werd, badend in het zweet en met moeite de rietjes door mijn kartonnetjes vruchtensap, die ik voor noodgevallen op mijn nachtkastje staan had, kon drukken. Ook overdag moest ik om het uur mijn bloedwaarden controleren om toch maar niet te laag te zakken en kreeg ik als kers op de taart met moeite iets anders dan soep door mijn keel!

Van de acht weken dat ik deze “zware” variant van de kuur moest volgen heb ik er een goede vijf op de sofa gelegen. Ziek en lusteloos, hongerig maar in de onmogelijkheid te eten omdat mijn maag ten allen tijde het gevoel gaf vol te zijn. Ik had een ochtendmisselijkheid die ik voorheen enkel associeerde met zwangere personen. Zwanger van een zesling dan, minimum…

Bovendien, en dat mag toch zeker niet onderschat worden, woog heel dat ziek-zijn danig op mijn gemoed. Ik had de oncologe, bij gebrek aan een familiedokter, eerder al gevraagd een psychiater te vinden die Engels of Frans spreekt (omdat gesprekken over depressie en autisme in het Portugees een groter vocabularium vergen dan te zeggen waar het pijn doet en dat je al dan niet goed geslapen hebt) om mijn zeer specifieke medicatie tegen extreme stemmingswisselingen wat aan te passen aan de huidige situatie, die emotioneel toch heel wat van mijn wilskracht vergt. Nu kwam daarbij plots het feit dat ik werkelijk elke dag de volledige dag zwaar ziek was en daarenboven slecht sliep. In de eerste plaats was er het wakker worden al rillen en zweten, er was ook het preventief wakker worden om bloed te prikken en mezelf gerust te stellen dat ik (nog) niet te ver aan het wegzakken was. Ik was prikkelbaar en kortaf, verdrietig en boos en had mezelf moeilijk in de hand. Wie mij kent, of deze blog leest, weet dat ik meestal zo niet ben en dat dit heel tegennatuurlijk is voor mij. Ik ben realist, uiteraard, en overdenk veel van mijn emoties en fysieke ervaringen, maar boos en prikkelbaar en verdrietig bovendien? Nee, dat was nieuw. Ik had dringend een psychiater nodig (die heb ik nog steeds niet, trouwens, daar moet ik het toch nog eens over hebben met dokter Ana).

Gisteren mocht ik, acht lange weken na mijn eerste bezoek, terug op consultatie naar het Diagnostisch Centrum. Mijn negen pillen (acht werkzame en eentje met vitamines) zijn gereduceerd tot twee werkzame en nog steeds dezelfde vitamines. Hopelijk voel ik me nu ook wat gezonder, anders gaan dit nog zeven lange maanden worden!

FacebookFacebook

Schrijf je in op onze e-maillijst!

Ontvang nieuwe blogposts in je e-mail!

Lijsten*

Loading

Op deze manier komt onze e-mail niet tussen uw spam terecht!

Recente berichten