Ik ben depressief en durf niet meer buiten. Niet door die rot-diabetes of dat buisje in mijn keel. Maar omdat ik de laatste tijd plots geen adem meer kan halen, niet meer op mijn benen kan staan door het gebrek aan zuurstof. Het kan overal gebeuren, maar meestal op straat wanneer ik het niet verwacht.
Ik wil niet meer buiten omdat ik bang ben dat het dan zal gebeuren en dat we weer de rolstoel uit de koffer zullen moeten halen, zoals een jaar gelezen. Met dat verschil dat ik niet meer zelf kan duwen en aangewezen ben op hulp. Ik kan niet meer, na een doktersconsultatie, zelf naar de ambulanceparking rijden en daar nog een sigaretje roken, onderweg stoppend voor een frisse cola. Nee, ik moet daar als een gehandicapte in de wachtzaal blijven zitten tot ze me komen halen. En dat kan uren duren!
Dat maakt me boos, en angstig. En daarom wil ik niet meer naar buiten. Ik zit hier veilig thuis. Ik moet en mag niet verwachten dat Sibby me helling op en helling af duwt als we gaan “wandelen”. Dat wil ik niet. Ik wil hier thuisblijven en zelfstandig zijn. Ik durf nog tot aan het einde van de garage wandelen. Van daar af weet ik nog steeds dat ik terug kan als het slecht zou gaan.
Ik heb een nieuwe puffer voorgeschreven gekregen. Zien of dat helpt.
Laat mij nu maar even binnenblijven. Ik zie de lente wel door het venster.