Eenzaamheid…

Ik had nooit gedacht dat ik ooit eenzaam zou zijn… echt eenzaam.

Ik ben altijd al een redelijk sociaal persoon geweest, wanneer de situatie of de persoon me ligt. In Sint-Michiels legde ik gemakkelijk contact met de buren, de mensen met honden, tijdens mijn wandelingen met Leentje. Dit was niet anders in Oostende. Ik kon een wandeling maken met de hond, en gedurende de 30 minuten wandelen wel 10 keer goedendag zeggen. Mensen die ik kende via mijn werk in de Aldi of gewoon mensen, en honden, die ik kende van de vele wandelingen.

Ik had nooit gedacht dat dit in Nadrupe anders zou zijn. Toen we hier net woonden (pre-covid), gingen we regelmatig naar het ontmoetingscentrum in het dorp voor een aperitief of een kop koffie. Mensen begonnen ons te kennen en begonnen ons een goede dag te wensen. Weliswaar spraken ze meestal met Johan omdat ze zagen dat ik maar weinig van de taal begreep, maar ik zag ik er geen graten in. Ik zou de taal wel leren want ik wilde koste wat kost vrijwilligerswerk doen in het gemeentelijk dierenasiel. Ik keek er naar uit nieuwe mensen te leren kennen met dezelfde interesses als ik. Ik begon kennis te maken met een paar buren waar het goed mee klikte.

Senhor Jorge had een huis en een stuk land naast onze condomínio waar hij dagelijks bezig was met zijn groenten en fruit. Het begon een leuke gewoonte te worden om rond 17.00 uur naar het muurtje te gaan en een gesprekje met hem te voeren. Senhor Jorge sprak een mondje Frans en vond onze dagelijkse gesprekken ook aangenaam (hij had me verteld dat hij zich eenzaam voelde na de dood van zijn vrouw zes jaar eerder). We hadden zelfs een leuk uitwisselingsprogramma van verse groenten tegen een Belgisch pintje of verse soep die we achterlieten op de muur en die nooit verdween, hoe lang ze daar ook bleef staan, tot senhor Jorge ze mee naar binnen nam. Ik heb meermaals gedacht dat je dat in Oostende niet had moeten proberen.

Met buren Jorge en Olympia kon ik het ook heel goed vinden. Ze waren het koppel die het huis naast het onze gekocht hadden om samen te kunnen genieten van hun pensioen. Met de andere naaste buren, of de andere koppels van de condomínio, had ik ook goede contacten maar zij werkten voltijds of kwamen enkel naar Nadrupe tijdens het weekend of de zomervakantie, dus hadden we minder contact.

Dan had je nog “de Finnen” met hun oude grote witte hond die ook dagelijks hun toer deden rond het dorp en Engels spraken. Je had ook het ouder koppel van schuin tegenover de condomínio die hele gesprekken voerden waarvan ik zo goed als niets begreep en zodra ze dat zagen.. spraken ze gewoon luider. Er was ook een groepje dames dat dagelijks hun wandeling maakten naar het volgende dorp en ook steeds een paar woorden wisselden met me, in een meer verstaanbaar ritme van de taal… ofwel deden ze echt hun best zodat ik ze zou verstaan.

Je kan begrijpen dat ik het leven hier wel leuk begon te vinden, maar toen kwam covid en waren de leuke “gesprekken” en ontmoetingen verleden tijd. “Fica em casa”, blijf in je kot…

In het begin vonden Johan en ik dat helemaal niet erg, maar het begon in het tweede jaar toch ook op onze zenuwen te werken. Gedaan met winkelen, nieuwe plaatsen te bezoeken, geen vespaclub meer op vrijdagavond voor Johan.

In die tijd begon Johan steeds meer en meer last te krijgen van zijn, toen nog niet ontdekte, tumoren. Senhor Jorge, die van het veld, verhuisde in die tijd ook naar een plaats meer in het noorden van het land, dichterbij familie en de buurvrouw, dona Olympia, kreeg ALS en overleed een paar maanden later. Haar man verkocht het huis kort nadien.

Sinds we verhuisd waren naar Portugal, hield ik ook enorm van de dagelijkse telefoongesprekken met mijn moeder. Niet dat het altijd een positief gesprek was, want ze was begrijpelijk een behoorlijk negatief persoon geworden sinds haar kankerdiagnose een jaar daarvoor. Toch mis ik onze gesprekken enorm. Die zijn gestopt verleden jaar in januari toen ze me de woensdagavond belde om te zeggen dat ze de vrijdag euthanasie ging plegen. Die januari lag Johan plat in bed en kon niets meer, dus kon ik ook niet naar België. Ik ben enorm dankbaar aan de personen die in mijn plaats haar lievelingsbloemen op haar graf gelegd hebben.

Na maanden van vermoeidheid, waardoor ik geen tijd en geen moed meer had contact te houden met vroegere vrienden en/of collega’s, voelde ik me echt alleen. Ik besef ten volle dat dit mijn eigen schuld is maar ben zo dankbaar voor die ene persoon die me tot vandaag regelmatig is blijven contacteren, ook nadat ze die bloemen op mijn moeders graf is gaan leggen.. Ze is waarschijnlijk de enige persoon die me echt begrijpt en het me niet kwalijk neemt als ik een paar maanden niets van me laat horen.  

Ondertussen heb ik geen zin meer om mensen te ontmoeten en leuke gesprekken te voeren. Ik heb niet echt meer iets te vertellen tenzij het gaat over Johan en zo’n gesprekken gaan de mensen uit de weg.

Mijn dagen zijn allemaal hetzelfde en zit er eigenlijk niet al te veel variatie in. Ik ga amper buiten tenzij haastig.

Mijn beste vriendje is door de omstandigheden niet altijd mijn beste vriendje…

Ik ben eenzaam!

Mijn toevluchtsoord.
FacebookFacebook

Schrijf je in op onze e-maillijst!

Ontvang nieuwe blogposts in je e-mail!

Lijsten*

Loading

Recente berichten