Reizen met autisme

Reizen met autisme: zo doe ik het!

Nu we weer zorgeloos kunnen reizen is er één categorie voor wie dat nooit kan: (ouders van) mensen met autsime. Als ervaringsdeskundige die ondanks zijn autisme talloze keren reisde tussen België en Portugal dacht ik dat het misschien een goed idee was te vertellen hoe ik het voor mezelf haalbaar maakte en hoe ik zelfs reizen met een autistische puber overleefde.

Alles staat of valt met een goede planning, op papier, die in volgorde en chronologisch in een vlot bereikbaar mapje zit. De treinreis naar de luchthaven, inclusief alle reservetreinen en op welk spoor die horen te vertrekken, de documenten voor op de luchthaven, eventueel een trein- of busplanning voor op de bestemming, tot het briefje met het adres voor de taxichaffeur en/of de documenten voor de autoverhuur. Ook de kaarten die je nodig zal hebben, van identiteitskaart over European disability card tot kredietkaart steek je best ergens apart zodat je ze ter plekke niet hoeft te zoeken tussen al je andere kaarten. En vergeet uiteraard de medische attesten en het attest voor het vervoeren van je medicatie naar het buitenland niet (dat krijg je op eenvoudig verzoek bij de dokter maar zal waarschijnlijk niet onmiddellijk beschikbaar zijn dus doe dat niet last minute).

Wie met de trein naar de luchthaven reist werkt best met een cascadesysteem. Voor elke aansluiting heb ik een reservetrein, die dan weer aansluit op een andere trein met een reservetrein. Dat geeft niet alleen rust in het hoofd vooraf, het zorgt ook voor een gevoel van controle als alles in het honderd loopt. Hoe dan ook hou je bij het ergste scenario van vertraging, bij de ergste puinhoop van een spoorervaring voor een buffer in de luchthaven van twee uur. In het beste geval ben je dan misschien vijf uur voor het boarden al in de luchthaven, maar dan heb je het deel dat het meeste stress geeft toch al achter de rug.

Reis je met de auto, controleer dan even op de site van Wegen en Verkeer of er werken gepland zijn en houd rekening met de gebruikelijke spitsfiles, maar ook met onverwachte files door bijvoorbeeld een ongeval. Ik reken altijd op minimaal twee uur per honderd kilometer traject.

Op de luchthaven boek je voor minder dan € 50 per persoon een plaats in een lounge waar het niet alleen rustiger is, veel rustiger, om te wachten, er is ook meestal een buffet met gratis drankjes voorzien en er is, niet onbelangrijk, goede wifi in een ruimte met voldoende (werkende) stopcontacten en oplaadpunten.

In de luchthaven zelf heb je recht op bijstand dankzij de Europese Verordening (EG) nr. 1107/2006 (rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen). Via je luchtvaartmaatschappij vraag je, nadat je je tickets hebt geboekt, DNPA-bijstand aan. Dat is de internationale code voor bijstand voor mensen met een onzichtbare handicap. Je voegt het best al bij de aanvraag een attest of document toe dat bewijst dat je recht hebt op die bijstand (dat kan een attest van je huisarts of je European disability card zijn) en je vermeldt welke bijstand je nodig hebt. Ik vraag altijd assistentie bij het inchecken van mijn bagage, bij de security en bij het boarden. Ik vermeld ook dat ik een pasje heb voor de lounge en dat ik daar wil wachten op mijn vlucht.

Op die manier hoef je je bij aankomst op de luchthaven enkel aan te melden aan de assistentiebalie (die je aangeduid hebt op het grondplannetje van de luchthaven dat je uiteraard netjes bijhebt in je mapje, samen met het telefoonnummer van de balie voor het geval je verdwaalt op de luchthaven omdat je om veiligheidsredenen via een andere ingang in het luchthavengebouw binnengekomen bent). Zij gaan met je mee naar de balie waar je je bagage incheckt (meestal krijgt die bagage prioriteit waardoor je op de luchthaven van aankomst minder lang moet wachten aan de bagageband, zeker als je daar specifiek om vraagt). Je kan ook vragen om je kleinere valiesje voor je handbagage in te checken in het ruim van het vliegtuig als je het prettig vindt je handen vrij te hebben. Meestal hoef je niet aan te schuiven en mag je voor de andere passagiers je bagage laten inchecken.

Daarna word je, al dan niet via zo’n elektrisch wagentje, naar de securityhal gebracht waar je alweer niet in de rij wachtende mensen moet gaan staan maar langs een apart scantoestel mag waar het minder druk is. Wie een loungepass heeft wordt dan naar de lounge gebracht, waar men je komt halen wanneer het tijd is naar de gate te gaan, anders wordt je op een rustig plaatsje in de luchthaven afgezet. Ook hier komen ze je halen eenmaal het tijd is om naar de gate te gaan waar het vliegtuig vaak al klaarstaat of zeer binnenkort zal aankomen.

Ook hier hoef je niet aan te schuiven en mag je als eerste het vliegtuig op. Pas wanneer jij op je plaats zit mogen de andere passagiers op het vliegtuig.

Bij aankomst geldt hetzelfde plaatje, je wordt opgehaald en desgevallend begeleid naar de bagageband, taxistandplaats, autoverhuur of trein- of metrostation.

Een goede aanvulling hierop is het initiatief dat oorspronkelijk uitging van Heathrow Airport in London maar ondertussen al (h)erkend wordt op zowat alle Europese luchthavens: de zonnebloem-lanyard (ik weiger het spuuglelijke Nederlandstalige alternatief houwtouw te gebruiken, waarvoor excuus). Deze onopvallende lanyard toont discreet aan dat je een onzichtbare beperking hebt. Op die manier is dat voor de medewerkers op de luchthaven meteen duidelijk of, als je in gezelschap reist, wie van het gezelschap de beperking heeft.

Nu ben je al in het land van bestemming en kan er alweer veel minder misgaan. Wie verder reist per bus, trein of metro weet best op voorhand hoe daar te komen en heeft opnieuw een gedetailleerd reisplan, met back-ups en eventuele plattegronden in het mapje zitten. Reis verder met een huurwagen, dan reken je best opnieuw op behoorlijk wat wachttijd (minimaan anderhalf uur in de meeste luchthavens) tenzij je DNPA-begeleiding ook hier zorgt dat je niet hoeft aan te schuiven. Dat controleer je misschien best voor je vertrek bij de dienst waar je de begeleiding aanvroeg.

Mijn ervaring met de autistische puber was dat een tweede mapje zeker geen overbodige luxe was, zo moest ik het mijne niet delen telkens ze een vlaag van autistische paniek voelde opkomen. Ook voor in de huurwagen maak je best duidelijke afspraken als je met autisten samen reist. Zo wist mijn reisgezellin dat zolang er geen muziek aanstond in de wagen, ik mij door het stadsverkeer en de ring van Lissabon aan het worstelen was. Eenmaal de muziek aanging zaten we op de correcte snelweg en kon er ook gepraat worden. Zo vermijd je eindeloze vragen over waar je op dat moment bent, hoe ver het nog is en wat weet ik nog allemaal en kan je je ten volle op het verkeer concentreren.

Voor mij was het eerste tankstation op die snelweg mijn ankerpunt. Daar kon ik even de benen strekken en viel een last van me af, vanaf nu was het een uur lang ontspannen rechtdoor, en in mijn geval was het vanaf hier ook vertrouwd terrein en hoefde ik geen kaart of GPS meer te gebruiken.

Ik had tenslotte nog één duidelijke afspraak gemaakt: om de “zijn we er bijna” vraag te vermijden had ik ook een welbepaalde song op de playlist die aangaf dat we er bijna waren, in mijn geval een halve kilometer van de bestemming.

Een laatste tip voor wie reist met iemand met autisme: straal ten allen tijde rust uit en gedraag je altijd alsof je weet wat je doet!

FacebookFacebook

Schrijf je in op onze e-maillijst!

Ontvang nieuwe blogposts in je e-mail!

Lijsten*

Loading

Recente berichten